Trefwoord: weer
Trefwoord: weer
|
Klaag nooit over het weer. Als dat niet af en toe omsloeg, zouden negen van de tien mensen nooit een praatje kunnen beginnen.
|
Oktober is een mooie maand als het een mooie maand is.
Auteur onbekend |
Slecht weer bestaat niet, alleen maar verschillende soorten goed weer.
|
Bij slecht weer, wees een man; bij stralend weer, wees een kind.
|
We kunnen allemaal van het weer iets leren, dat houdt nooit rekening met kritiek.
Auteur onbekend |
Wie ooit het weer onder controle krijgt, zal meteen het laatste, veilige gespreksonderwerp vernietigd hebben.
Auteur onbekend |
Vermits het op Hawaï altijd mooi weer is, hoe beginnen die mensen daar aan een gesprek?
Auteur onbekend |
Zomer en winter zijn in Engeland gemakkelijk te onderscheiden: in de zomer is de regen iets warmer.
|
Als mensen met mij over het weer praten, heb ik altijd het gevoel dat ze iets anders bedoelen.
|
Iedereen praat over het weer, maar niemand doet er wat aan.
|