Trefwoord: vakantie
Trefwoord: vakantie
|
Tegenwoordig gaan mensen op vakantie waar je vroeger alleen kwam als dienstplichtige of als schipbreukeling.
|
Zeg me waar je op vakantie gaat en ik zal zeggen wie je vrouw is.
|
Als je tegen een belg zegt dat hij nog maar twee maanden te leven heeft, kiest hij voor juli en augustus.
|
De meesten onder ons denken beter na over wat we met twee weken vakantie gaan doen, dan over wat we met de rest van ons leven gaan doen.
|
Tennisbaan vlakbij (in dat andere hotel).
|
We moeten wel in juli en augustus op vakantie omdat dan alle bakkerswinkels dicht zijn.
Auteur onbekend |
Tips voor vakantiegangers: Spanje niet in.
|
Op vakantie zie je dat het leven toch anders bedoeld was.
Auteur onbekend |
Een vakantie is voorbij als je begint te verlangen naar werk.
|
Twee jaar geleden ging ik met vakantie naar zee en werd mijn vrouw zwanger. Vorig jaar ging ik met vakantie naar de bergen en werd ze opnieuw zwanger. Dit jaar heb ik er schoon genoeg vanik neem haar mee. Auteur onbekend |