Trefwoord: trots
|
Trefwoord: trots
|
Niets flauwer dan bescheidenheid waarin het zout van de trots niet te proeven is.
   |
| Domheid en trots groeien op hetzelfde hout.
|
| IJdelheid is gebrek aan trots.
|
| Wij zijn soms nederig uit trots.
|
| Ondankbaarheid is de dochter van trots.
|
| Oorlog is het kind van de trots en trots de dochter van de rijkdom,
|
| Trots heeft geen smaak, kleur of omvang. En toch is hij moeilijk in te slikken.
|
| Wie de dood in de ogen ziet, verliest zijn trots.
Auteur onbekend |
| Er zijn mensen die nooit hun trots afleggen. Als zij revue houden van hun fouten, doen zij het te paard.
|
| Om trotser te worden, liet hij zich telkens weer beledigen.
|