Trefwoord: tijd
Trefwoord: tijd
|
Als in de wachtkamer van de tandarts de tijd al langzaam verstrijkt, dan staat hij bij het sterven natuurlijk stil.
|
Ook de tijd heeft tijd nodig.
|
Als je tijd hebt is alles op loopafstand.
Auteur onbekend |
Alles komt op tijd voor hem die wachten kan.
|
De meeste tijd verliest men op momenten dat men tijd wil winnen. |
Tijd is geld, zei de ober, en telde de datum bij de rekening. Auteur onbekend |
Tijd hebben is geen tijd voor alles hebben. |
Houdt van het leven, verspil geen tijd want daar is het leven van gemaakt. |
Wie geen tijd heeft, is armer dan een bedelaar. |
Verspil nooit de tijd die je al slapende had kunnen doorbrengen. Auteur onbekend |