Trefwoord: slim
Trefwoord: slim
|
Wie slim is, hoort één woord en begrijpt er twee.
|
Wie dom is, moet slim zijn.
|
Wie mooi is, zal ook slim moeten zijn.
|
Wees slim, hou je dom.
|
Het voordeel van slim zijn is, dat je gemakkelijk kunt doen of je dom bent. Het omgekeerde is veel moeilijker.
|
De slimsten zijn zij die mensen laten werken die slimmer zijn dan zijzelf.
|
Mijn kind is erg slim. Op een leeftijd dat andere kinderen al lopen, laat hij zich nog altijd dragen.
Auteur onbekend |
Wie te slim is, heeft geen vrienden.
Auteur onbekend |
Of iemand slim is, kan je merken aan de antwoorden die hij geeft; of hij wijs is, merk je aan de vragen die hij stelt.
|
Mijn kind is erg slim: op een leeftijd dat andere kinderen al lopen laat hij zich nog lekker dragen. Auteur onbekend |