Trefwoord: ruzie
Trefwoord: ruzie
|
Discussiëren, is kennis uitwisselen; ruziemaken, is onwetendheid uitwisselen.
|
Gehuwden moeten zich ervoor hoeden ruzie te maken wanneer ze niet voldoende meer van elkaar houden om zich achteraf te verzoenen.
|
Mijn grootmoeder is 90. Ze gaat uit met een man van 93. Het gaat geweldig tussen hen. Ze maken nooit ruzie. Ze horen mekaar niet eens.
|
Ruzies tussen geliefden zijn als zomeronweders die het land slechts groener en mooier maken,
|
Het paard en de koe leefden als kat en hond.
|
De enigen die bij familieruzies luisteren naar beide partijen zijn de buren.
|
Schilderijen en ruzies kun je best van op afstand bekijken.
|
Schat, die glimlach op je aangezicht betekent die dat je niet langer boos bent? - Helemaal niet, ik laat mijn gezicht even rusten.
Auteur onbekend |
De laatste ruzie was mijn fout. Mijn vrouw vroeg wat er op televisie was en ik antwoordde: Stof.
Auteur onbekend |
Sommige mensen worden ziek als ze ruzie hebben, anderen worden ziek als ze geen ruzie kunnen maken.
|