Trefwoord: roken
Trefwoord: roken
|
Waar wil je zitten in het hiernamaals? Rokers of niet-rokers.
Auteur onbekend |
Gisteravond werd er een boeiende lezing over sigaretten gehouden. De aanwezigen staken er heel wat van op.
|
Mijn vriendje mag niet roken want ik heb geen zin om straks een asbak te kussen.
|
Ik mag niet roken van mijn vrouw. Ze vind dat de gordijnen te vuil worden als we met zijn tweeën roken.
|
Als je niet meer rookt, ruikt alles veel lekkerder, vooral sigaretten.
|
Ik heb al zoveel gelezen over roken, dat ik gestopt ben met lezen.
|
Compromis voor het rookberbod: wél inhaleren, maar niet uitblazen.
Auteur onbekend |
Onlangs zag ik iemand roken in de kerk. Ik schrok zo erg dat mijn flesje bier op de grond viel.
|
Hij was zo een hartstochtelijke roker dat hij nog een half uur na zijn dood bleef doorhoesten.
|
Smoke now, die later.
|