Trefwoord: ongeluk
Trefwoord: ongeluk
|
Het geluk is in het ogenblik; het ongeluk in de tijd.
|
Het geluk bestaat daaruit dat men met zijn ongeluk tevreden is.
|
Zoek nooit het geluk, want je zoekt je een ongeluk.
|
Als je vlug loopt, haal je het ongeluk in; als je langzaam loopt, haalt het ongeluk jou in.
|
De ene draagt zijn ongeluk als een lichte veder, de ander sleept zijn geluk voort als een zware last.
|
Alleen je eigen denken maakt je bewust van geluk of ongeluk.
|
Een gelaat dat schreit, wordt door een wesp gestoken; een ongeluk komt nooit alleen.
|
Voor wie op het punt staat te vallen, ligt overal modder gereed.
|
Het toppunt van ongeluk: een jager die op de loop schiet.
|
Je kunt de vogels van het ongeluk niet beletten boven je hoofd te vliegen, maar je kunt hen beletten zich te nestelen in je haar.
|