Trefwoord: lui
Trefwoord: lui
|
Geluk is een ramp. Je wordt er zo lui van. Als je niet oppast, ga je nog van het leven houden ook.
|
De Hongaar is veel te lui om zich te vervelen.
|
Mensen die kushandjes geven, zijn hopeloos lui.
|
Als je lui bent, woon dan niet alleen; als je alleen bent, wees dan niet lui.
|
Lui zweet is gauw gereed.
Auteur onbekend |
Ambitie is een flauw excuus voor wie het niet kan opbrengen lui te zijn.
Auteur onbekend |
Hij doet de hele dag niets en zelfs dat doet hij met tegenzin.
|
Een luiaard staat zichzelf in de weg.
|
Luiaards willen altijd alles ineens doen.
|
Om hem eindelijk te doen werken gebruikte de weduwe van de aartsluierik zijn as in een zandloper.
|