Trefwoord: hond
Trefwoord: hond
|
Als twee honden vechten om een been, heeft de postbode er nog één.
Auteur onbekend |
Als de dood een hond achterna zit, gaat die ook tegen de muur van een moskee aanleunen.
|
Als je in Engeland een drukke straat wil oversteken, doe je er goed aan een hond mee te nemen. Geen enkele Engelsman zal ooit een hond omverrijden.
|
Je kan iets ontzettend doms zeggen tegen een hond en toch zal hij u bekijken met een blik die zegt :God allemachtig. Daar zou ik nooit aan gedacht hebben.
|
Kroon een hond tot koning en hij zal blijven knagen aan een oude schoen.
|
Waarom imiteren hondenbezitters die lege blik van hun beesten als ze moeten stoppen voor het schijten.
|
Als twee honden vechten om een been is er een been te kort.
Auteur onbekend |
Mijn hond lispelt met zijn staart.
|
Ga nooit tussen een hond en een lantaarnpaal in staan.
Auteur onbekend |
Van de hond moet je niets vrezen. Hij is er alleen maar om je bang te maken.
Auteur onbekend |