Trefwoord: gelijk
Trefwoord: gelijk
|
Arme mensen krijgen niet gemakkelijk gelijk.
|
Hoezo compromis? Heb ik dan geen gelijk?
Auteur onbekend |
Wanneer een eminent maar oudere geleerde beweert dat iets mogelijk is, heeft hij vrijwel zeker gelijk. Wanneer hij beweert dat iets onmogelijk is, heeft hij heel waarschijnlijk ongelijk.
|
Als iedereen je gelijk geeft is dat: ofwel, omdat je heel slim bent ofwel, omdat je de baas bent.
|
Het leven is te kort om te discussiëren. Dus heb ik altijd gelijk.
Auteur onbekend |
Tegenover een kip heeft de maïskorrel altijd ongelijk.
|
Gelijk hebben, is voor een vrouw niet helemaal ongelijk hebben.
|
Wij zijn niet allen gelijk. Wij zijn allen broeders - wat bijna het tegenovergestelde is.
|
Een vrouw heeft altijd gelijk, zelfs als ze gelijk heeft.
|
De persoon van wie je altijd gelijk krijgt, is ofwel niet aan het luisteren, ofwel probeert hij u iets te verkopen.
Auteur onbekend |