Trefwoord: familie
Trefwoord: familie
|
Mijn familie bestaat uit: mijn vader, mijn moeder en ikzelf. Ik ben de jongste.
Auteur onbekend |
Wie geen gekken of bedelaars in zijn familie heeft, is verwekt door een bliksemstraal.
|
God gaf je familieleden. Gelukkig kan je je vrienden zelf uitzoeken.
Auteur onbekend |
En als je eindelijk dat appeltje hebt, moet je eens opletten wat je kinderen en je familieleden een dorst krijgen.
|
Vriendschap sluiten dat is familie worden uit vrije wil. Auteur onbekend |
In een harmonieuze familie ontkiemt het geluk vanzelf. |
Als je jong bent, hoort de familie tot de kleine ongemakken van het leven. |
Goede families zijn families waarin geen dingen voorkomen die in de beste families voorkomen. Auteur onbekend |
Met je familie moet je niet handelen maar wandelen. Auteur onbekend |
Familie duurt een mensenleven lang. |