Trefwoord: dom
Trefwoord: dom
|
Wie dom is, moet slim zijn.
|
Ik wil nu niet beweren dat mij vrouw dom is, maar toen we een gaslek hadden, ging ze er een emmer onder zetten.
Auteur onbekend |
Iedereen is dom maar elk op een ander terrein.
Auteur onbekend |
Je kunt tegen mensen zeggen dat ze lelijk zijn, dat hun voeten ruiken, je kunt zelfs hun moeder beledigen, maar zeg hun nooit of te nimmer dat ze dom zijn.
|
Mijn oom Willem had zulke stomme kinderen dat ie het zelf in de gaten had.
|
Je bent zo dom, dat je denkt dat je slimmer bent dan ik.
Auteur onbekend |
Er zijn ook domme brunettes.
|
Domheid en trots groeien op hetzelfde hout.
|
Dirigent: Ik zal het nog éénmaal uitleggen: het wit is het papier en het zwart zijn de noten.
|
Waarom zijn veel mensen dom? Omdat het veilig is met veel te zijn.
|