Trefwoord: dom
Trefwoord: dom
|
Domheid is niet mijn sterkste kant.
|
De dommen hebben het poeder niet uitgevonden, maar zij schieten ermee.
|
Hij is zo dom dat, zelfs als hij tweemaal zou mogen raden, hij nog niet zou weten welke richting de lift is opgegaan.
Auteur onbekend |
Ook de Grieken waren dom. Ze wisten niet eens dat ze tot de Oudheid behoorden.
|
Sommige mensen zijn niet geboren om in de boom der kennis te klimmen.
Auteur onbekend |
Ik ben niet dom, ik ben blont.
Auteur onbekend |
Mensen vinden ganzen dom. Dat komt waarschijnlijk door al die domme dingen die vroeger met een ganzenveer geschreven werden.
Auteur onbekend |
De dommen begrijpen elkaar het best.
|
Alles gelezen, ezel gebleven.
Auteur onbekend |
Wanneer een domkop ons prijst, is hij in onze ogen niet zo dom meer.
|