Jan Greshoff, Citaten van deze auteur
Citaten van Jan Greshoff
|
Het bewijst domheid als men van een dichter durft eisen dat hij zijn gedichten begrijpt.
|
De ingeschapen domheid van de mens blijkt reeds uit het feit dat hij de nacht heeft uitgekozen om te slapen.
|
Tijd is een natuurkundig, eeuwigheid een zedelijk begrip.
|
Eeuwigheid is niet de oneindige voortzetting van de tijd, doch de ontkenning van de tijd.
|
Een gedicht is een huis. Men moet erin kunnen wonen. En om gerieflijk te zijn moet het een kelder, een zolder en vele diepe kasten voor onze herinneringen hebben.
|
Het kan nooit de taak zijn van de leraar aan zijn leerlingen een gedicht uit te leggen; doch om hun uit te leggen waarom hij het niet uitleggen kan.
|
Het gedicht schrijft zichzelf. Door middel van een dichter.
|
Niet: ik geloof omdat ik begrijp, maar ik begrijp omdat ik geloof.
|
Alles geloven en niets geloven, komt op hetzelfde neer. Alleen wie alles gelooft, mist verstand. Wie niets gelooft, gevoel.
|
Geluk alleen maakt niet gelukkig.
|