Iedere
vrouw is mooi in het donker, van een afstand en onder een
paraplu. |
Eieren
en beloftes worden vaak gebroken. |
Applaus
is een hete wind die even schroeit. |
Armoede
is ongezonder dan ziekte. |
Wie
drie dagen gebedeld heeft, kan het niet meer laten. |
Wanneer
iemand je beledigt, heb je hem niet genoeg liefgehad. |
Wie
beleefd is, schenkt anderen het gevoel dat zij bloemen
dragen. |
Te
grote beleefdheid is onbeleefdheid. |
Toen
het elektrisch licht uitviel, zag ik plots de
sterrenhemel. |
De
blinde is niet bang voor de slang. |
Dansen
is zich de ziel verluchten. |
Eerst
neemt de man een borrel; dan neemt een borrel een borrel;
daarna neemt de borrel de man. |
Een
glas koud water na dronkenschap: een heerlijkheid die de
geheelonthouder nooit kent. |
Een
fantast maakt van de wolken zijn neusdoek. |
Wie
gasten uitnodigt, nodigt hun afgunst mee uit. |
Het
ware hart zal door God worden beschermd ook als het in
het geheel geen gebeden opzendt. |
Als je
te lang nadenkt, is de goede gedachte weg. |
Als men
er 3 jaar gaat op zitten, zal zelfs een rotsblok wel warm
worden. |
Geld
heeft geen oren maar het hoort, geen benen maar het
loopt. |
Een
wilde gans is wel 100 geldstukken waard, maar je moet er
eerst drie uitgeven voor een pijl. |
Wie
zijn mond aan soep verbrandde, blaast zelfs op een koude
visschotel. |
Als je
alles gelooft wat je leest, lees je beter niet. |
Zelfs
geroddel duurt niet langer dan 75 dagen. |
Moet
men God eerst bewijzen? Steekt men dan een fakkel aan om
de zon te zien? |
De grap
is vaak het gat waardoor de waarheid fluit. |
Als je
haastig bent, maak dan een omweg |
Elke
keerzijde heeft een keerzijde. |
Wie
geen kinderen heeft, kan niet wenen. |
Wie
goud steelt, gaat de gevangenis in. Wie een land steelt
wordt koning. |
Lachen
is: tijd doorbrengen bij de goden. |
De
luiaard staat op van zetel tot zetel. |
Zodra
een man zijn huis verlaat, heeft hij zeven vijanden. |
Bij te
lang nadenken, komt men niet op de juiste gedachten. |
Een
gelaat dat schreit, wordt door een wesp gestoken; een
ongeluk komt nooit alleen. |
Voor
wie op het punt staat te vallen, ligt overal modder
gereed. |
Beoordeel
nooit de dingen waarvan je alleen de echo of de schaduw
kent. |
Er zijn
grijsaards van 3 en kinderen van 1OO jaar. |
Na de
begrafenis is de uitleg van de geneesheer overbodig. |
Pochen,
begint waar de wijsheid eindigt. |
Een
poeslieve stem wekt het vermoeden dat iemand een muis van
u wil maken. |
Een
poeslieve stem doet het vermoeden ontstaan dat iemand van
u een muis wil maken. |
Wie
glimlacht in plaats van te tobben, is altijd de sterkste. |
De
twist begint met het tweede woord. |
Val
zeven keer en de achtste keer sta je op. |
Als je
er op uit trekt om te vechten, laat dan je beste hoed
thuis. |
Onderzoek
de feiten zeven maal vooraleer je iemand verdenkt. |
Verdriet
jeukt, krabben maakt het erger. |
In
verliefde ogen valt de mist. |
Voor de
vogels die niet goed kunnen vliegen, schiep God de lage
takken. |
Vreugde
is de grote schoonmaak van het hart. |
Geen
straat is te lang met een vriend naast je. |
Zoek
voor jezelf een spaarzame vrouw al moet je daarbij een
paar schoenen verslijten. |
Een
vrouw die niet jaloers is, is als een bal zonder
veerkracht. |
Wie
veel werk heeft, wordt niet ziek. |
Ook de
spiegel van de wijsheid beslaat. |
36
plannen om een veldslag te winnen, zijn niet zo goed als
1 plan om te vluchten. |
Als de
huid van de buik gaat spannen, wordt de huid van de
oogleden slap. |
Eén
keer zelf zien, is meer waard dan 100 nieuwe dingen
horen. |